German » Dutch

Translations for „gekantheid“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

Show summary of all matches

Be·ˈkannt·heit: noun
Aˈpart·heid: noun
de·kan·ˈtie·ren: transitive verb
ˈBür·ger·ent·scheid: noun
ge·ˈkannt: verb
ˈPan·the·on: noun
Be·ˈscheid: noun
ˈVolks·ent·scheid: noun

You are viewing results spelled similarly: Bekanntheit , Apartheid , dekantieren , Bürgerentscheid , Volksentscheid , Bescheid , Pantheon and gekannt

Be·ˈkannt·heit <Bekanntheit> N f kein pl

Bekanntheit

Aˈpart·heid <Apartheid> [aˈpaːɐ̯th͜ait] N f kein pl POL

die Politik der Apartheid

de apartheidspolitiek

de·kan·ˈtie·ren [dekanˈtiːrən] VB trans

dekantieren

ˈBür·ger·ent·scheid N m

Bürgerentscheid

ge·ˈkannt [gəˈkant] VB

gekannt pp von kennen

See also kennen

ˈken·nen <kannte, gekannt> [ˈkɛnən] VB trans

1. kennen (bekannt sein (mit etw/jdm)):

omtrent iem of iets op de hoogte zijn [o. bekend zijn] [o. iets weten]

etw/jdn kennen lernen

iets/iem leren kennen

du wirst mich noch kennen lernen! inf

dat zal ik je nog betaald zetten!

es freut mich, Sie kennen zu lernen!

aangenaam kennis te maken!

die beiden kennen sich nicht mehr

die twee spreken niet meer met elkaar

da kenne ich nichts!

in dit opzicht stoor ik me aan niets!

seine Pappenheimer kennen

z'n volkje [o. z'n pappenheimers] kennen

den Rummel kennen inf

zich niets laten wijsmaken

woher kennen wir uns?

waar hebben we elkaar al eerder ontmoet?

sich vor Wut nicht mehr kennen

buiten zichzelf zijn van woede

2. kennen (erkennen):

3. kennen (etw (als verbindlich) anerkennen):

kein Maß kennen

van geen maat weten

kein Ziel kennen

geen doel hebben

ˈPan·the·on <Pantheons, Pantheons> [ˈpanteɔn] N nt

1. Pantheon HISTORY:

2. Pantheon fig:

3. Pantheon kein pl:

alle goden van een volk nt

Be·ˈscheid <Bescheid(e)s, Bescheide> [bəˈʃ͜ait] N m

1. Bescheid (Auskunft):

antwoord nt

jdm Bescheid sagen

iem op de hoogte brengen

jdm Bescheid sagen

iem zijn mening [o. de waarheid] zeggen

2. Bescheid:

Bescheid (Nachricht)

bericht nt

Bescheid (Nachricht)

Bescheid (behördlich)

Bescheid (behördlich)

jdm Bescheid stoßen inf

iem flink [o. behoorlijk] de waarheid zeggen

Bescheid tun liter

een toost beantwoorden

ich weiß über ihn Bescheid

ik weet wat er met hem aan de hand is

Bescheid wissen

op de hoogte zijn

Bescheid wissen

er alles van weten

Bescheid wissen

veel af weten van

ˈVolks·ent·scheid N m

Volksentscheid

Volksentscheid

Browse the dictionary

German

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski