Translations for „vlerken“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈwer·ken [ˈvɛrkn̩] VB intr

werken

werken

werken

ploeteren

werken

zwoegen

ˈWer·ken <Werkens> [ˈvɛrkn̩] N nt kein pl

Werken → Werkunterricht

See also Werkunterricht

ˈWerk·un·ter·richt N m

Werkunterricht

(onderwijs in) handenarbeid [o. handvaardigheid]

ˈmer·ken [ˈmɛrkn̩] VB trans

1. merken:

merken (spüren)

merken

merken (spüren)

bemerken

merken (spüren)

bespeuren

merken (wahrnehmen)

waarnemen

merken (wahrnehmen)

constateren

wohl gemerkt!

let wel!

wohl gemerkt!

welteverstaan!

2. merken (im Gedächtnis behalten):

sich dat merken

onthouden

merk dir das! inf

knoop dat in je oren!

ˈlen·ken [ˈlɛŋkn̩] VB trans

1. lenken (steuern):

lenken

(be)sturen

lenken

rijden

ein Pferd/Fuhrwerk lenken

een paard/wagen mennen

2. lenken (dirigieren):

lenken

leiden

lenken

leiding geven

lenken

bepalen

lenken

sturen

einen Staat lenken

een staat besturen [o. leiden] [o. regeren]

gelenkte Wirtschaft

geleide economie

etw zum Guten lenken

iets ten goede keren

3. lenken (richten):

lenken

richten

lenken

(ertoe) brengen

4. lenken (manipulieren):

lenken

manipuleren

eine gelenkte Meldung

een gemanipuleerd bericht

ˈle·cken¹ [ˈlɛkn̩] VB trans

1. lecken:

lecken

likken

leck mich (doch) (am Arsch)! vulg

lik me reet!

leck mich (doch) (am Arsch)! vulg

je kunt de pot op!

2. lecken vulg:

lecken

likken

lecken

beffen

ˈFle·cken <Fleckens, Flecken> [ˈflɛkn̩] N m

1. Flecken (Dreck):

Flecken

vlek

Flecken

vuile plek

Flecken

smet

Flecken

klad

2. Flecken (Gebiet):

Flecken

vlek

Flecken

plek

3. Flecken (Weiler):

Flecken

vlek

Flecken

gehucht nt

ein verlassener Flecken

een verlaten [o. eenzame] vlek