Dutch » German

Translations for „werken“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

wer·ken1 <werkte, h. gewerkt> [wɛrkə(n)] VB trans (in een toestand brengen)

wer·ken2 <werkte, h. gewerkt> [wɛrkə(n)] VB intr

3. werken (bezig zijn):

werken
werken
zich omhoog werken
zich omhoog werken

5. werken (uitwerking hebben):

werken

6. werken (beweging, vervorming):

werken
werken
hout blijft altijd werken

7. werken (gisten):

werken
werken
uit werken gaan (schoonmaken)

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski