Dutch » German

Translations for „aanhalen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

aan·ha·len1 <haalde aan, h. aangehaald> [anhalə(n)] VB trans

1. aanhalen (naar zich toe trekken, vaster trekken):

aanhalen
de handrem aanhalen
een knoop aanhalen
de teugels aanhalen

2. aanhalen (beginnen):

aanhalen

3. aanhalen (liefkozen):

aanhalen

4. aanhalen (citeren):

aanhalen

aan·ha·len2 <haalde aan, h. aangehaald> [anhalə(n)] VB intr (krachtiger worden)


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski