Translations for „ergreifung“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

er·gens [ɛrɣəns] ADV

1. ergens (waar dan ook):

ergens

irgendwo

ergens anders

woanders

ergens anders

anderswo

heb je dat ooit ergens gehoord?

hast du das irgendwo schon mal gehört?

2. ergens (op zekere plaats):

ergens

irgendwo

daar ergens

dort [o. da] irgendwo

ik heb dat ergens gelezen

ich habe das irgendwo gelesen

ergens heen/ ergens vandaan

irgendwohin/irgendwoher

3. ergens (in enig opzicht):

ergens

irgendwie

ik kan hem ergens toch wel waarderen

irgendwie weiß ich ihn doch zu schätzen

4. ergens (iets):

ergens

etwas

ergens

irgendetwas

ergens

irgendwas inf

hij zocht ergens naar

er suchte irgendetwas

er·ge·ren¹ <ergerde, h. geërgerd> [ɛrɣərə(n)] VB trans (aanstoot geven)

ergeren

ärgern

ergeren

verärgern

ver·groei·en <vergroeide, i. vergroeid> [vərɣrujə(n)] VB intr

1. vergroeien (aan elkaar groeien):

vergroeien ook fig

verwachsen

met elkaar vergroeid zijn

miteinander verwachsen sein

2. vergroeien:

vergroeien (kromgroeien)

verkrüppeln

vergroeien (rug(gengraat))

(sich) verkrümmen

3. vergroeien (verdwijnen):

vergroeien

(sich) verwachsen

ver·gro·ting <vergroting|en> [vərɣrotɪŋ] N f

vergroting

Vergrößerung f

de vergroting van de omzet

die Umsatzsteigerung

ver·grui·zen¹ <vergruisde, h. vergruisd> [vərɣrœyzə(n)] VB trans (tot gruis maken)

vergruizen

pulverisieren