Translations for „gekannte“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

ge·kant [ɣəkɑnt] ADJ

tegen iets gekant zijn

gegen etw acc sein

ge·kan·ker [ɣəkɑŋkər] N nt geen pl

gekanker

Genörgel nt inf

gekanker

Gemecker nt inf

ge·kar·teld [ɣəkɑrtəlt] ADJ

gekarteld (bladeren)

gekerbt

gekarteld (munten)

gerändelt

gekarteld (mes)

mit Wellenschliff (versehen)

gekarteld (mes)

wellig geschliffen

ge·klet·ter [ɣəklɛtər] N nt geen pl

gekletter (wapens)

Klirren nt

gekletter (wapens)

Geklirre nt inf

gekletter (regen)

Prasseln nt

ge·klon·ken VB

geklonken volt. deelw. van klinken¹, klinken²

See also klinken , klinken

klin·ken² <klonk, h. geklonken> [klɪŋkə(n)] VB intr

1. klinken:

klinken (luiden, galmen)

klingen

klinken (luiden, galmen)

(er)tönen

klinken (weerklinken)

erklingen

er klinkt een luid gejuich

ein lautes Jubeln erklingt

er klonk een schot

es knallte ein Schuss

zijn stem klonk triomfantelijk

Triumph klang in seiner Stimme

zuiver/vals klinken

rein/falsch klingen

2. klinken (toeschijnen, voorkomen):

klinken

klingen

klinken

sich anhören

dat zal u vreemd in de oren klinken

das wird Ihnen fremd vorkommen

dat klinkt ongelofelijk

das hört sich unglaubwürdig an

dat klinkt ongelofelijk

das klingt unglaubhaft

3. klinken (toosten):

klinken

anstoßen

op iets klinken

auf etw acc anstoßen

klin·ken¹ <klonk, h. geklonken> [klɪŋkə(n)] VB trans (ambacht(elijk))

klinken

(ver)nieten

buizen/platen klinken

Röhren/Platten (ver)nieten

het zit geklonken fig

die Sache ist unter Dach und Fach

ge·knet·ter [ɣəknɛtər] N nt geen pl

geknetter (vuur)

Prasseln nt

geknetter (donder, schoten)

Krachen nt

geknetter (machinegeweer, motoren)

Knattern nt

geknetter (machinegeweer, motoren)

Geknatter nt inf