Translations for „herverwerking“ in the Dutch » German Dictionary

tekst·ver·wer·king [tɛkstfərwɛrkɪŋ] N f geen pl

tekstverwerking

Textverarbeitung f

hart·ver·ster·king <hartversterking|en> [hɑrtfərstɛrkɪŋ] N f (borrel)

hartversterking

Gläschen nt

vuil·ver·wer·king [vœylvərwɛrkɪŋ] N f geen pl

vuilverwerking (opruiming)

Müllentsorgung f

vuilverwerking (recycling)

Müllverwertung f

me·de·wer·king [medəwɛrkɪŋ] N f geen pl

1. medewerking (het meewerken):

medewerking

Mitarbeit f

medewerking

Mitwirkung f

met medewerking van

unter Mitwirkung von

2. medewerking (hulp):

medewerking

Mithilfe f

medewerking

Mitwirkung f

medewerking verlenen aan iets

an [o. bei] einer Sache mitwirken

te·gen·wer·king <tegenwerking|en> [teɣə(n)wɛrkɪŋ] N f

tegenwerking

Widerstand m

her·ver·ka·ve·ling <herverkaveling|en> [hɛrvərkavəlɪŋ] N f

herverkaveling

Bodenreform f

herverkaveling

Flurbereinigung f

ader·ver·kal·king [adərvərkɑlkɪŋ] N f geen pl

aderverkalking

Arterienverkalkung f

aderverkalking med.

Arteriosklerose f

be·wer·king <bewerking|en> [bəwɛrkɪŋ] N f

1. bewerking landb.:

bewerking (handeling)

Bearbeitung f

bewerking (handeling)

Bestellung f

bewerking (werkfase)

Arbeitsgang m

2. bewerking (resultaat):

bewerking

Bearbeitung f

een nieuwe bewerking

eine Neubearbeitung

sa·men·wer·king [samə(n)wɛrkɪŋ] N f geen pl

samenwerking

Zusammenarbeit f

samenwerking

Zusammenwirken nt form

in onderlinge samenwerking

in gemeinsamer Arbeit

in onderlinge samenwerking

in Gemeinschaftsarbeit

met dank voor de prettige samenwerking

mit Dank für die angenehme Zusammenarbeit

wis·sel·wer·king <wisselwerking|en> [wɪsəlwɛrkɪŋ] N f

wisselwerking

Wechselwirkung f

wisselwerking

Wechselbeziehung f

her·vor·ming <hervorming|en> [hɛrvɔrmɪŋ] N f (het hervormen; de reorganisatie)

hervorming

Reform f

hervorming

Umgestaltung f

de Hervorming rel.

die Reformation

hervorming van het onderwijs

die Unterrichtsreform

ver·ster·king <versterking|en> [vərstɛrkɪŋ] N f

1. versterking (het versterken):

versterking

Stärkung f

versterking

Verstärkung f

2. versterking (middel dat versterkt):

versterking

Stärkungsmittel nt

3. versterking (aanvulling):

versterking

Verstärkung f

het leger kreeg versterking

das Heer bekam Verstärkung

4. versterking (fortificatie):

versterking

Befestigung f

ge·ge·vens·ver·wer·king [ɣəɣevənsfərwɛrkɪŋ] N f geen pl

gegevensverwerking

Datenverarbeitung f