Translations for „muitende“ in the Dutch » German Dictionary

mui·ten <muitte, h. gemuit> [mœytə(n)] VB intr

muiten

meutern

aan het muiten slaan

zu meutern beginnen

mui·te·rij <muiterij|en> [mœytərɛi] N f

muiterij

Meuterei f

mui·ter <muiter|s> [mœytər] N m

muiter

Meuterer m

stui·tend <stuitende, stuitender, stuitendst> [stœytənt] ADJ

stuitend

abstoßend

stuitend (verontwaardiging wekkend)

empörend

stuitend (aanstootgevend)

anstößig

hij vond die dingen stuitend lelijk

er fand diese Dinge widerwärtig

stuitende woorden

empörende Worte

in·zit·ten·de <inzittende|n> [ɪnzɪtəndə] N m

inzittende

Insasse m