Dutch » German

op·van·gen <ving op, h. opgevangen> [ɔpfɑŋə(n)] VB trans

1. opvangen (in zijn val, vlucht vangen):

4. opvangen (met een instrument waarnemen):

5. opvangen (in iets verzamelen):

ver·pleeg·te·huis N nt

verpleegtehuis → verpleeghuis

See also verpleeghuis

ver·pleeg·huis <verpleeg|huizen> [vərplexhœys] N nt

op·vat·ten <vatte op, h. opgevat> [ɔpfɑtə(n)] VB trans

ge·meen·te·huis <gemeente|huizen> [ɣəmentəhœys] N nt

kin·der·te·huis <kinder|tehuizen> [kɪndərtəhœys] N nt

ko·lo·nie·huis <kolonie|huizen> [kolonihœys] N nt

op·vang [ɔpfɑŋ] N m geen pl

land·huis <land|huizen> [lɑnthœys] N nt


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski