Translations for „roddelend“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

rod·de·len <roddelde, h. geroddeld> [rɔdələ(n)] VB intr

roddelen

klatschen inf

roddelen

hecheln inf

roddelen (hatelijk)

tratschen inf

over iem roddelen

über jdn klatschen pej inf

ro·de·len <rodelde, h. gerodeld> [rodələ(n)] VB intr

rodelen

rodeln

rond·de·len <deelde rond, h. rondgedeeld> [rɔndelə(n)] VB trans

ronddelen

herumreichen

ronddelen

herumgeben

ronddelen

austeilen

ronddelen

ausgeben

wie moet de kaarten ronddelen?

wer muss geben?

rod·del <roddel|s> [rɔdəl] N m

1. roddel (geklets):

roddel

Klatsch m pej inf

roddel

Hechelei f inf

2. roddel (roddelaar):

roddel

Klatschmaul nt inf

roddel

Klatschbase f inf

3. roddel (kletspraatje):

roddel

Klatschgeschichte f inf

mid·de·len¹ <middelde, h. gemiddeld> [mɪdələ(n)] VB intr (bemiddelen)

middelen

vermitteln

ped·de·len <peddelde, h./i. gepeddeld> [pɛdələ(n)] VB intr

1. peddelen (fietsen):

peddelen

strampeln

2. peddelen (roeien, kanoën):

peddelen

paddeln

be·ve·lend [bəvelənt] ADJ

bevelend

befehlend

bevelend

gebieterisch

ver·ve·lend <vervelende, vervelender, vervelendst> [vərvelənt] ADJ

1. vervelend (saai):

vervelend

langweilig

2. vervelend (onaangenaam):

vervelend

unangenehm

vervelend

ärgerlich

vervelend

leidig

een vervelende geschiedenis

eine ärgerliche Geschichte

ik vond dat heel vervelend

ich fand das sehr ärgerlich

3. vervelend (onhebbelijk):

vervelend

hässlich

vervelend

eklig inf

wees nu niet zo vervelend!

sei jetzt nicht so hässlich!

rod·del·praat [rɔdəlprat] N m geen pl

roddelpraat

Klatsch m inf

roddelpraat

Klatschgeschichte f inf

roddelpraat

Hechelei f inf

warm·voe·lend [wɑrmvulənt] ADJ

warmvoelend

warmherzig

goed·wil·lend [ɣutwɪlənt] ADJ

goedwillend

gutwillig

goedwillend (meegaand)

bereitwillig