Translations for „stoorzender“ in the Dutch » German Dictionary

door·zen·den <zond door, h. doorgezonden> [dorzɛndə(n)] VB trans

doorzenden

weiterleiten

ver·zen·der <verzender|s> [vərzɛndər] N m

1. verzender (afzender):

verzender

Absender m

2. verzender (expediteur):

verzender

Spediteur m

stof·feer·der <stoffeerder|s> [stɔferdər] N m

stoffeerder (vloerbedekking)

Bodenleger m

stoffeerder (meubels)

Polsterer m

stom·ver·won·derd ADJ

stomverwonderd → stomverbaasd

See also stomverbaasd

stom·ver·baasd [stɔmvərbast] ADJ

stomverbaasd

völlig verdutzt

stomverbaasd

platt pred

stomverbaasd

baff pred

stomverbaasd (sterker)

entgeistert

stomverbaasd (niet-begrijpend)

fassungslos

iem stomverbaasd aankijken

jdn entgeistert ansehen

stomverbaasd staan [o. zijn ]

wie vor dem Kopf geschlagen sein

stomverbaasd staan [o. zijn ]

platt sein

stomverbaasd staan [o. zijn ]

geplättet sein sl

stoot·band <stootband|en> [stodbɑnt] N m

stootband

Stoßband nt

stootband

Stoßborte f

af·zen·der <afzender|s> [ɑfsɛndər] N m

afzender

Absender m

in·zen·der <inzender|s> [ɪnzɛndər] N m

inzender

Einsender m

ra·dio·zen·der <radiozender|s> [radijozɛndər] N m

radiozender

Rundfunksender m

ver·zen·den <verzond, h. verzonden> [vərzɛndə(n)] VB trans

verzenden

versenden

verzenden

absenden

verzenden

verschicken

verzenden

abschicken

met de trein verzenden

per [o. mit der] Bahn verschicken

per schip verzenden

verschiffen

voor·stan·der <voorstander|s> [vorstɑndər] N m

voorstander

Befürworter m

voorstander (sterker)

Verfechter m

voor- en tegenstanders

Befürworter und Gegner