Dutch » German

Translations for „strand“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

strand <strand|en> [strɑnt] N nt

1. strand (rand van de zee):

strand
Strand m
langs het strand lopen
naar het strand gaan
naar het strand gaan

2. strand (kustgebied):

strand

stran·den <strandde, i. gestrand> [strɑndə(n)] VB intr

3. stranden (de reis niet kunnen voortzetten):

4. stranden (schip):

German » Dutch

Translations for „strand“ in the German » Dutch Dictionary (Go to Dutch » German)

Strand <Strand(e)s, Strände> [ʃtrant, ˈʃtrɛndə] N m

strand nt
naar het strand gaan
auf (den) Strand setzen NAUT
op strand zetten

ˈstran·den [ˈʃtrandn̩] VB intr (auf Grund laufen)


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski