Dutch » German

Translations for „toeren“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

toe·ren <toerde, h. getoerd> [turə(n)] VB intr

1. toeren:

toeren (uit rijden gaan)
toeren (in de omgeving ook)
toeren (in de omgeving ook)

2. toeren:

toeren (tochten maken)
toeren (uitstapjes maken)

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski