Translations for „draaien“ in the Dutch » German Dictionary

draai·en¹ <draaide, h./i. gedraaid> [drajə(n)] VB intr

1. draaien (richting, beweging):

draaien ook fig

(sich) drehen

in bed liggen draaien

sich im Bett hin und her wälzen

het begint me te draaien

mir wird schwindlig

alles draait om hem fig

alles dreht sich um ihn

de aarde draait om de zon

die Erde dreht sich um die Sonne

de weg draait hier

die Straße macht hier eine Kurve

de wind draait naar het noorden

der Wind dreht nach Norden

zit niet zo te draaien!

hör doch auf so herumzurutschen!

2. draaien (draaiend komen of gaan):

draaien

biegen

de auto draait de hoek om

das Auto biegt um die Ecke

3. draaien (weifelend, doelloos heen en weer lopen):

draaien

hin und her laufen

hij draait voortdurend om mij heen

ich habe ihn ständig um mich herum

4. draaien (smoesjes verzinnen):

draaien

sich winden

er omheen draaien

um den heißen Brei herumreden

5. draaien (vertoond worden):

draaien

laufen

die film draait nog steeds

dieser Film läuft noch immer

6. draaien (klandizie aantrekken, omzetten):

draaien

laufen

draaien

gehen

7. draaien (aan de gang, in werking zijn):

draaien

laufen

met winst draaien

mit Gewinn arbeiten

een draaiende motor

ein laufender Motor

draai·en² <draaide, h. gedraaid> [drajə(n)] VB trans

1. draaien (richting, handeling):

draaien

drehen

een film draaien

einen Film drehen

een sjekkie draaien

(sich dat ) eine Zigarette drehen

hoe men de zaak ook draait

wie man die Sache auch dreht und wendet

2. draaien (telefoonnummer):

draaien

wählen

3. draaien comput.:

draaien

laufen lassen

4. draaien (afspelen):

draaien

(ab)spielen

een film draaien

einen Film vorführen

5. draaien (op gang houden):

draaien

laufen lassen

een nachtdienst draaien

Nachtdienst haben

zij draait die winkel in haar eentje

sie schmeißt den Laden (ganz) allein

Usage examples with draaien

het raampje omhoog draaien

das Fenster hochdrehen [o. hochkurbeln]

op volle toeren draaien ook fig

auf vollen Touren laufen

om een spil draaien

sich um eine Achse drehen

het raampje omlaag draaien

das Fenster herunterkurbeln

een schroef lam draaien

eine Schraube überdrehen

het gas laag draaien

das Gas klein stellen

in bed liggen draaien

sich im Bett hin und her wälzen

er omheen draaien

um den heißen Brei herumreden

iem een loer draaien

jdm einen Streich spielen

een film draaien

einen Film drehen

een sjekkie draaien

(sich dat ) eine Zigarette drehen

een nachtdienst draaien

Nachtdienst haben

een nummer draaien/opzetten

eine Nummer spielen/auflegen

een grammofoonplaat draaien

eine Schallplatte [o. Platte] spielen

ergens omheen draaien

um etw herumschleichen wie die Katze um den heißen Brei

de wieken draaien

die Flügel drehen sich

een plaat draaien/opzetten

eine Platte spielen/auflegen