Dutch » German

Translations for „uitweg“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

uit·weg <uitweg|en> [œytwɛx] N m

1. uitweg (uitkomst):

uitweg

Ausweg m

een uitweg uit de moeilijkheden

ein Ausweg aus den Schwierigkeiten

hij wist geen uitweg meer

er wusste keinen Ausweg mehr

2. uitweg (uitgang):

uitweg

Ausgang m

Usage examples with uitweg

een uitweg uit de moeilijkheden

ein Ausweg aus den Schwierigkeiten

hij wist geen uitweg meer

er wusste keinen Ausweg mehr

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski