Dutch » German

Translations for „wist“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

wist VB

wist 3. pers sing imp van weten

See also weten , weten , weten

we·ten3 <wist, h. geweten> [wetə(n)] VB trans

1. weten (kennis hebben van; beseffen):

weet je wel [o. je weet wel ]
je zou eens moeten weten … [o. als je eens wist …]
voor zover ik weet form
weet ik veel! inf

2. weten (neiging hebben) + van:

3. weten (erin slagen):

weten form

we·ten2 VB

weten 3. pers pl imp van wijten


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski