Translations for „unerlaubte“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

dou·a·ne·be·amb·te <douanebeambte|n> [duwanəbəɑmtə] N m en f

douanebeambte

Zollbeamte(r) f(m)

be·amb·te <beambte|n, beambte|s> [bəɑmtə] N m en f

beambte (in overheidsdienst)

Beamte(r) f(m)

beambte (employé)

Angestellte(r) f(m)

over·last [ovərlɑst] N m geen pl

overlast (hinder)

Belästigung f

overlast (extra moeite)

Umstände pl

iem overlast bezorgen

jdn belästigen

ver·la·ten¹ [vərlatə(n)] ADJ

1. verlaten (waar niemand aanwezig is):

verlaten

verlassen

2. verlaten:

verlaten (eenzaam, afgelegen)

verlassen

verlaten (woest)

öde

3. verlaten:

verlaten (achtergelaten: persoon)

verlassen

verlaten (achtergelaten: zaak)

zurückgelassen

neer·la·ten <liet neer, h. neergelaten> [nerlatə(n)] VB trans

neerlaten

herunterlassen

neerlaten

senken

een boot neerlaten

ein Beiboot zu Wasser lassen

een brug neerlaten

eine Brücke senken

een loodlijn neerlaten wisk.

ein Lot fällen

zich op een bank neerlaten

sich auf eine(r) Bank niederlassen

laat de rolgordijnen maar neer

lass die Rollos nur unten

on·ver·laat <onver|laten> [ɔnvərlat] N m

onverlaat

Bösewicht m

onverlaat (jong persoon)

Rowdy m