Dutch » German
You are viewing results spelled similarly: verlegenheid , onvermogen , onvermoeid , vermogend and vermogen

on·ver·mo·gen [ɔnvərmoɣə(n)] N nt geen pl

2. onvermogen econ.:

ver·le·gen·heid [vərleɣə(n)hɛit] N f geen pl

1. verlegenheid (het verlegen zijn):

ver·mo·gen1 <vermogen|s> [vərmoɣə(n)] N nt

1. vermogen (rijkdom, bezit):

ver·mo·gend <vermogende, vermogender, vermogendst> [vərmoɣənt] ADJ

1. vermogend (rijk):

2. vermogend (invloedrijk):

on·ver·moeid [ɔnvərmujt] ADJ


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski