Translations for „verkehrsteuer“ in the Dutch » German Dictionary

ver·keers·lei·der <verkeersleider|s> [vərkerslɛidər] N m

verkeersleider

Fluglotse m

ver·keers·to·ren <verkeerstoren|s> [vərkerstorə(n)] N m luchtv.

verkeerstoren

Kontrollturm m

verkeerstoren

Tower m

ver·keers·re·gel <verkeersregel|s> [vərkersreɣəl] N m

verkeersregel

Verkehrsvorschrift f

ver·ket·te·ren <verketterde, h. verketterd> [vərkɛtərə(n)] VB trans

verketteren

verketzern

ver·klik·ster N f

verklikster feminine form of verklikker

See also verklikker

ver·klik·ker <verklikker|s> [vərklɪkər] N m

verklikker

Verräter m

verklikker onderw.

Petzer m sl

een stille verklikker

ein Spitzel

ver·koop·ster <verkoopster|s> [vərkopstər] N f

verkoopster feminine form of verkoper

See also verkoper

ver·ko·per <verkoper|s> [vərkopər] N m

verkoper

Verkäufer m

ver·keers·drem·pel <verkeersdrempel|s> [vərkerzdrɛmpəl] N m

verkeersdrempel

Bodenschwelle f

verkeersdrempel

Fahrbahnschwelle f

verkeersdrempel

Bremsschwelle f

ver·keers·mid·del <verkeersmiddel|en> [vərkersmɪdəl] N nt

verkeersmiddel

Verkehrsmittel nt

ver·ke·ren <verkeerde, i. verkeerd> [vərkerə(n)] VB intr

1. verkeren (zich bevinden):

verkeren

sich befinden

in gevaar verkeren

sich in Gefahr befinden

in de mening verkeren

der Meinung sein

in onzekerheid verkeren

in Ungewissheit schweben

2. verkeren (zich bewegen (in)):

verkeren

verkehren

met iem verkeren

mit jdm verkehren

3. verkeren (veranderen):

verkeren

sich verkehren

verkeren

sich (ver)wandeln

in het tegendeel verkeren

sich ins Gegenteil verkehren [o. wenden] [o. verwandeln]

het kan verkeren prov

das Blättchen kann sich wenden

ver·ken·ner <verkenner|s> [vərkɛnər] N m

1. verkenner (iem die op verkenning uitgaat):

verkenner

Kundschafter m

verkenner mil.

Aufklärer m

2. verkenner (padvinder):

verkenner

≈ Pfadfinder m

ver·keers·bord <verkeersbord|en> [vərkerzbɔrt] N nt

verkeersbord

Verkehrsschild nt

ver·keers·licht <verkeerslicht|en> [vərkerslɪxt] N nt

verkeerslicht

Ampel f

verkeerslicht

Verkehrsampel f

het verkeerslicht springt op groen

die Ampel springt auf Grün

het verkeerslicht staat op oranje

die Ampel steht auf Gelb

de verkeerslichten werken niet

die Ampeln sind außer Betrieb

ver·keers·plein <verkeersplein|en> [vərkersplɛin] N nt

verkeersplein

Verkehrskreisel m

verkeersplein

Kreisel m

verkeersplein (van autosnelwegen)

Autobahnkreuz nt

ver·kwis·ten <verkwistte, h. verkwist> [vərkwɪstə(n)] VB trans

verkwisten

verschwenden

verkwisten (sterker)

vergeuden

ik zal daar geen papier meer aan verkwisten

ich werde dafür kein Papier mehr verschwenden