Dutch » German

Translations for „vervallen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ver·val·len1 [vərvɑlə(n)] ADJ

1. vervallen (niet onderhouden):

vervallen
een vervallen huis

2. vervallen (armoedig, afgetakeld):

vervallen
vervallen
een vervallen indruk

3. vervallen (afgeschaft):

vervallen
vervallen
een vervallen recht

4. vervallen (verstreken):

vervallen
een vervallen wissel

ver·val·len2 <verviel, i. vervallen> [vərvɑlə(n)] VB intr

1. vervallen (bouwvallig worden):

vervallen

2. vervallen (afnemen):

vervallen
vervallen

3. vervallen (raken, komen tot):

vervallen
vervallen
(ver)fallen in +acc
in een fout vervallen
in herhalingen vervallen

5. vervallen (invorderbaar worden):

vervallen

6. vervallen (van eigenaar verwisselen):

vervallen
fallen an +acc
vervallen
verfallen +dat
goederen die aan de kroon vervallen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski