Dutch » German
You are viewing results spelled similarly: verstrekken , verstrekkend , verstrooien , verstrikken , verstrijken , verstrakken , kerstroos , desastreus , neerstrijken , verstrekking and onderstrepen

ver·strek·ken <verstrekte, h. verstrekt> [vərstrɛkə(n)] VB trans

ver·strek·kend [vɛrstrɛkənt] ADJ

de·sas·treus <desastreuze, desastreuzer, meest desastreus> [dezɑstrøs] ADJ

kerst·roos <kerst|rozen> [kɛrstros] N f

ver·strak·ken1 <verstrakte, i. verstrakt> [vərstrɑkə(n)] VB intr (strakker worden)

ver·strij·ken <verstreek, i. verstreken> [vərstrɛikə(n)] VB intr

ver·strik·ken <verstrikte, h. verstrikt> [vərstrɪkə(n)] VB trans

1. verstrikken (in een strik vangen):

verstrikken
(in einer Schlinge) fangen
in iems netten verstrikt raken fig
sich in jds Netz acc verstricken

ver·strooi·en <verstrooide, h. verstrooid> [vərstrojə(n)] VB trans

1. verstrooien (afleiden):

verstrooien
zerstreuen
verstrooien
ablenken

2. verstrooien (uiteendrijven, verspreiden):

verstrooien
zerstreuen

on·der·stre·pen <onderstreepte, h. onderstreept> [ɔndərstrepə(n)] VB trans ook fig

ver·strek·king <verstrekking|en> [vərstrɛkɪŋ] N f

neer·strij·ken <streek neer, i. neergestreken> [nerstrɛikə(n)] VB intr

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Browse the dictionaries
Most popular