Translations for „flambeau“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈflam·mend [ˈflament] ADJ

1. flammend (glühend):

flammend

vlammend (rood)

flammend

fonkelend

flammend

gloeiend

2. flammend (emotional):

ein flammender Protest fig

een vlammend protest

ˈflam·men [ˈflamən] VB intr liter fig

flammen

vlammen (schieten)

flammen

fonkelen

flam·ˈbie·ren [flamˈbiːrən] VB trans FOOD

flambieren

flamberen

ˈFla·me (Fla·min) <Flamen, Flamen> [ˈflaːmə] N m (f) inf

Flame (Fla·min)

Vlaming(Vlaamse) m (f)

ˈFlam·me <Flamme, Flammen> [ˈflamə] N f

1. Flamme:

Flamme

vlam ook fig.

Flamme

vuur nt

in Flammen geraten

vlam [o. vuur] vatten

in (hellen) Flammen stehen

in lichte(r)laaie staan

in (Rauch und) Flammen aufgehen

in vlammen opgaan

2. Flamme:

Flamme

gaspit

auf kleiner Flamme kochen

op een klein vlammetje [o. laag pitje] koken

ˈflag·gen [ˈflagn̩] VB intr

flaggen

vlaggen

flaggen

de vlag uitsteken

halbmast flaggen

de vlag halfstok hijsen

ein Schiff über die Toppen flaggen

een schip pavoiseren

vollmast flaggen

de vlag in top hebben

ˈflan·ken [ˈflaŋkn̩] VB intr SPORTS

flanken (von der Seite)

een voorzet geven

flanken (von der Seite)

voorzetten

ˈFlach·bau <Flachbauten> N m

Flachbau

laagbouw

Monolingual examples (not verified by PONS Editors)

German

Versammlungen, Aufmärsche, zum Teil als nächtliche Fackelzüge, Informationen über Aktionen des politischen Gegners, insbesondere der Kommunisten, sowie Elemente einer eigenen Programmatik wurden den Mitgliedern auf den Seiten des Flambeau vermittelt.

de.wikipedia.org