Translations for „plastikerin“ in the German » Dutch Dictionary

ˈSpas·ti·ker(in) <Spastikers, Spastiker> [ˈʃpastikɐ, ˈsp-] N m(f)

1. Spastiker MED:

Spastiker(in)

spastische patiënt(spastische patiënte) m (f)

2. Spastiker inf:

Spastiker(in)

ezel

Spastiker(in)

idioot

ˈPlas·tik·fo·lie N f

Plastikfolie

plasticfolie

Kos·ˈme·ti·ke·rin <Kosmetikerin, Kosmetikerinnen> [kɔsˈmeːtikərɪn] N f

Kosmetikerin

schoonheidsspecialiste

ˈPlas·tik·geld N nt inf

Plastikgeld

plastic geld nt

ˈPlas·tik·tü·te N f

Plastiktüte

plastic zakje nt

ˈplas·tisch [ˈplastɪʃ] ADJ

1. plastisch MED:

plastisch

plastisch

2. plastisch (formbar):

eine plastische Masse

een kneedbare massa

3. plastisch (räumlich):

die Dekoration wirkt plastisch

de decoratie werkt plastisch [o. ruimtelijk]

4. plastisch (anschaulich):

etw plastisch schildern

iets plastisch [o. aanschouwelijk] beschrijven

ˈPlas·tik¹ <Plastik, Plastiken> [ˈplastɪk] N f

1. Plastik (Kunstwerk):

Plastik

plastiek nt of f

Plastik

beeld(houw)werk

2. Plastik MED:

Plastik

plastiek

Plastik

plastische operatie

3. Plastik (Bildhauerei) kein pl:

Plastik

plastiek nt of f

Plastik

boetseerkunst

Plastik

beeldhouwkunst

4. Plastik (Anschaulichkeit) kein pl:

Plastik

plastiek nt of f

Plastik

aanschouwelijkheid

Plastik

uitdrukkingskracht

ˈMys·ti·ker <Mystikers, Mystiker> [-tikɐ] N m

Mystiker

mysticus

ˈLes·bi·e·rin <Lesbierin, Lesbierinnen> [ˈlɛsbi̯ərɪn] N f

1. Lesbierin (Lesbe):

Lesbierin

lesbische

Lesbierin

lesbienne

2. Lesbierin (Bewohnerin von Lesbos):

Lesbierin

Lesbische

Lesbierin

bewoonster van Lesbos