Translations for „pränumerierend“ in the German » Dutch Dictionary

num·me·ˈrie·ren [numeˈriːrən] VB trans

nummerieren

nummeren

nummerieren

numereren

nummerieren

numeroteren

prä·pa·ˈrie·ren¹ [prɛpaˈriːrən] VB trans

1. präparieren liter (vorbereiten):

präparieren

prepareren

präparieren

voorbereiden

2. präparieren liter (bearbeiten):

präparieren

prepareren

präparieren

voorbewerken

3. präparieren (konservieren):

präparieren BIOL, MED

prepareren

präparieren BIOL, MED

opzetten

4. präparieren:

präparieren BIOL, MED (für eine Untersuchung)

prepareren

präparieren (zerlegen, sezieren)

ontleden

gra·ˈvie·rend [graˈviːrənt] ADJ

1. gravierend (belastend):

gravierend

belastend

gravierend

verzwarend

2. gravierend (ernsthaft):

gravierend

ernstig

gravierend

zwaarwegend

prä·ˈmie·ren [prɛˈmiːrən] VB trans

prämieren → prämiieren

See also prämiieren

prä·mi·ˈie·ren [prɛmiˈiːrən] VB trans

prämiieren

bekronen

prämiieren

een prijs toekennen aan

prä·mi·ˈie·ren [prɛmiˈiːrən] VB trans

prämiieren

bekronen

prämiieren

een prijs toekennen aan

prak·ti·ˈzie·ren¹ [praktiˈ͜tsiːrən] VB intr (in der Praxis ausüben)

praktizieren

praktiseren

praktizieren

praktijk uitoefenen

prä·lu·ˈdie·ren [prɛluˈdiːrən] VB intr MUS

präludieren

preluderen

prä·do·mi·ˈnie·ren [prɛdomiˈniːrən] VB intr liter

prädominieren

predomineren

prädominieren

overheersen

ge·ne·ˈrie·ren [gənəˈriːrən] VB trans a. LING

generieren

genereren

in·se·ˈrie·ren [ɪnzeˈriːrən] VB trans

inserieren

adverteren met

sein Haus inserieren

met zijn huis adverteren