Translations for „subordinierend“ in the German » Dutch Dictionary

or·di·ˈnie·ren [ɔrdiˈniːrən] VB trans

1. ordinieren REL:

ordinieren

tot priester wijden

2. ordinieren REL:

ordinieren

als predikant bevestigen

3. ordinieren MED:

ordinieren

voorschrijven

ko·or·di·ˈnie·ren [koɔrdiˈniːrən] VB trans

1. koordinieren (aufeinander abstimmen):

koordinieren

coördineren

koordinieren

op elkaar afstemmen

2. koordinieren LING (nebenordnen):

koordinieren

coördineren

koordinieren

in nevenschikking brengen

sub·li·ˈmie·ren [zubliˈmiːrən] VB trans

sublimieren

sublimeren

sub·tra·ˈhie·ren [zʊptraˈhiːrən] VB trans MATH

subtrahieren

aftrekken

subtrahieren

subtraheren

sub·skri·ˈbie·ren [zʊpskriˈbiːrən] VB intr

subskribieren PUBL, ECON

intekenen

subskribieren PUBL, ECON

subscriberen

ein Buch subskribieren

op een boek intekenen

uri·ˈnie·ren [uriˈniːrən] VB intr liter

urinieren

urineren

urinieren

wateren

sub·ven·ti·o·ˈnie·ren [zʊpvɛn͜tsi̯oˈniːrən] VB trans

subventionieren

subsidiëren

subventionieren

subsidie verlenen aan

Sub·or·di·na·ti·ˈon <Subordination> [zʊpʔɔrdinaˈ͜tsi̯oːn] N f kein pl

1. Subordination veraltet liter:

Subordination

subordinatie

Subordination

ondergeschiktheid

Subordination

gehoorzaamheid

Subordination

ondergeschikte positie

2. Subordination LING:

Subordination

onderschikking

di·ˈnie·ren [diˈniːrən] VB intr

dinieren

dineren

sub·mit·ˈtie·ren [zʊpmɪˈtiːrən] VB intr (bei Ausschreibungen)

submittieren

inschrijven

sub·su·ˈmie·ren [zʊpzuˈmiːrən] VB trans liter

subsumieren

subsumeren

subsumieren

rangschikken

subsumieren

samenvatten

einen Begriff einem andern subsumieren

een begrip onder een ander begrip subsumeren

sub·sti·tu·ˈie·ren [zʊpstituˈiːrən] VB trans

substituieren

substitueren

substituieren

vervangen

ru·i·ˈnie·ren [ruiˈniːrən] VB trans

ruinieren

ruïneren

ruinieren

te gronde richten

do·mi·ˈnie·ren² [-ˈniːrən] VB trans

dominieren

domineren

dominieren

beheersen

die politische Szene dominieren

het politieke gebeuren beheersen

ma·ri·ˈnie·ren [mariˈniːrən] VB trans

marinieren

marineren

no·mi·ˈnie·ren [nomiˈniːrən] VB trans

1. nominieren:

nominieren

benoemen

nominieren

voordragen

2. nominieren SPORTS:

nominieren

selecteren

sa·ti·ˈnie·ren [zatiˈniːrən] VB trans

satinieren

satineren

satinieren

glanzen

trai·ˈnie·ren [trɛːˈniːrən, treːˈniːrən] VB trans

trainieren (auf Wettkämpfe vorbereiten)

trainen

trainieren (durch Training üben)

oefenen

auf etw trainiert sein

op [o. in] iets getraind zijn