Translations for „verwisseld“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ver·ˈwi·ckeln² VB refl

1. verwickeln:

verwickeln

verward [o. in de knoop] [o. in de war] raken

2. verwickeln fig:

verwickeln

zich verstrikken

sich in Widersprüche verwickeln

zich door tegenstrijdigheden vastpraten

ver·ˈwi·ckelt [fɛɐ̯ˈvɪkl̩t] ADJ

verwickelt

ingewikkeld

ver·ˈwin·kelt [fɛɐ̯ˈvɪŋkl̩t] ADJ

verwinkelt

met allerlei hoekjes

verwinkelt

als een doolhof

ver·ˈwäs·sern VB trans

verwässern

verwateren

verwässern

met water vermengen [o. verdunnen]

ver·ˈwech·seln VB trans

verwechseln

verwisselen

verwechseln

verwarren

verwechseln

door elkaar halen

sie sehen sich zum Verwechseln ähnlich

zij lijken sprekend op elkaar

ver·ˈwi·schen¹ VB trans (unkenntlich machen)

verwischen

uitwissen

verwischen

wegwissen

verwischen

wegvegen

verwischen

afvegen

eine verwischte Inschrift

een vervaagde inscriptie

ver·ˈwir·ren² [fɛɐ̯ˈvɪrən] VB refl

1. verwirren:

verwirren

in de war [o. in de knoop] [o. verward] raken

2. verwirren:

verwirren

in de war raken

verwirren

van zijn stuk raken

ver·ˈwin·den VB trans

1. verwinden:

verwinden

te boven komen

einen Verlust verwinden

over een verlies heenkomen

2. verwinden:

verwinden

verkroppen

verwinden

verbijten

ver·ˈwir·ken VB trans liter

verwirken

verspelen

den Kopf [o. das Leben ] verwirken inf

er met zijn leven voor moeten boeten

ver·ˈwit·wet [fɛɐ̯ˈvɪtvət] ADJ

verwitwet

weduwe [o. weduwnaar] geworden

die verwitwete Müller

de weduwe van de heer Müller

ver·ˈwil·dern VB intr

verwildern

verwilderen

ver·ˈwit·tern VB intr

verwittern

verweren

ˈVor·wis·sen N nt inf

Vorwissen

voorweten

Vorwissen

voorkennis