Translations for „vitaminieren“ in the German » Dutch Dictionary

kon·ta·mi·ˈnie·ren [kɔntamiˈniːrən] VB trans

1. kontaminieren:

kontaminieren BIOL, MED, MIL

(radioactief) besmetten

2. kontaminieren LING:

kontaminieren

contamineren

la·mi·ˈnie·ren [lamiˈniːrən] VB trans

laminieren

lamineren

ex·a·mi·ˈnie·ren [-ˈniːrən] VB trans

1. examinieren SCHOOL:

examinieren

examineren

2. examinieren liter (prüfend ausfragen):

examinieren

uithoren

examinieren

ondervragen

3. examinieren liter (gründlich untersuchen):

examinieren

onderzoeken

examinieren

keuren

de·ter·mi·ˈnie·ren [detɛrmiˈniːrən] VB trans

determinieren

determineren

determinieren

bepalen

un·ter·mi·ˈnie·ren [ʊntɐmiˈniːrən] VB trans

unterminieren

ondermijnen ook fig.

do·mi·ˈnie·ren² [-ˈniːrən] VB trans

dominieren

domineren

dominieren

beheersen

die politische Szene dominieren

het politieke gebeuren beheersen

no·mi·ˈnie·ren [nomiˈniːrən] VB trans

1. nominieren:

nominieren

benoemen

nominieren

voordragen

2. nominieren SPORTS:

nominieren

selecteren

kul·mi·ˈnie·ren [kʊlmiˈniːrən] VB intr

kulminieren

culmineren

kulminieren

zijn hoogtepunt bereiken

eli·mi·ˈnie·ren [-ˈniːrən] VB trans liter

eliminieren

elimineren

ter·mi·ˈnie·ren [tɛrmiˈniːrən] VB trans

terminieren

een termijn bepalen [o. vaststellen] (voor)

terminieren

aan een termijn [o. tijdschema] binden

etw auf 10 Tage terminieren

voor iets een termijn van 10 dagen stellen

ma·ri·ˈnie·ren [mariˈniːrən] VB trans

marinieren

marineren

pa·gi·ˈnie·ren [pagiˈniːrən] VB trans

paginieren

pagineren

sa·ti·ˈnie·ren [zatiˈniːrən] VB trans

satinieren

satineren

satinieren

glanzen

trai·ˈnie·ren [trɛːˈniːrən, treːˈniːrən] VB trans

trainieren (auf Wettkämpfe vorbereiten)

trainen

trainieren (durch Training üben)

oefenen

auf etw trainiert sein

op [o. in] iets getraind zijn

dis·kri·mi·ˈnie·ren [dɪskrimiˈniːrən] VB trans

diskriminieren

discrimineren

prä·do·mi·ˈnie·ren [prɛdomiˈniːrən] VB intr liter

prädominieren

predomineren

prädominieren

overheersen

di·ˈnie·ren [diˈniːrən] VB intr

dinieren

dineren

li·ˈnie·ren, li·ˈni·ie·ren [liˈniːrən, -niˈiːrən] VB trans

linieren

liniëren

linieren

(be)lijnen

ru·i·ˈnie·ren [ruiˈniːrən] VB trans

ruinieren

ruïneren

ruinieren

te gronde richten

uri·ˈnie·ren [uriˈniːrən] VB intr liter

urinieren

urineren

urinieren

wateren