Translations for „überstürzt“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

ver·stu·ren <verstuurde, h. verstuurd> [vərstyrə(n)] VB trans

versturen

versenden

versturen

(ver)schicken

aangetekend versturen

als Einschreiben schicken

iets naar iem versturen

jdm etw (zu)schicken

be·stu·ren <bestuurde, h. bestuurd> [bəstyrə(n)] VB trans

1. besturen (voer-, vaartuig):

besturen

steuern

besturen

lenken

besturen

führen

een auto besturen

ein Auto lenken

draadloos besturen

fernlenken

draadloos besturen

fernsteuern

2. besturen (werktuig):

besturen

bedienen

een hijskraan besturen

einen Hebekran führen

3. besturen (leiden):

besturen

leiten

een land besturen

ein Land lenken [o. regieren]

een stad besturen

eine Stadt verwalten

een stichting besturen

eine Stiftung leiten

leer·stuk <leerstuk|ken> [lerstʏk] N nt

leerstuk

Dogma nt

leerstuk

Lehrsatz m

leerstuk

Lehre f

het leerstuk van de Drie-eenheid

das Dogma von der Dreieinigkeit

over·stuur [ovərstyr] ADJ

overstuur

verstört

overstuur

aus der Fassung

overstuur

durcheinander

mijn maag is overstuur

mein Magen ist verstimmt

de zaak raakt overstuur

die Sache läuft aus dem Ruder

overstuur raken

die Fassung [o. Nerven] verlieren

overstuur raken

aus der Fassung geraten

ze was er overstuur van

sie war davon ganz durcheinander

toe·stu·ren <stuurde toe, h. toegestuurd> [tustyrə(n)] VB trans

toesturen

(zu)schicken

toesturen

(zu)senden

uit·stu·ren <stuurde uit, h. uitgestuurd> [œytstyrə(n)] VB trans

uitsturen

ausschicken nach +dat

uitsturen

aussenden nach +dat

iem op verkenning uitsturen

jdn zur Erkundung ausschicken [o. aussenden]

weg·stu·ren <stuurde weg, h. weggestuurd> [wɛxstyrə(n)] VB trans

1. wegsturen:

wegsturen (wegzenden)

wegschicken

wegsturen (wegzenden)

fortschicken

wegsturen (met een bepaald doel)

losschicken

iem uit de klas wegsturen

jdn aus der Klasse entfernen

hij werd weggestuurd om de sleutel te gaan halen

er wurde losgeschickt, um den Schlüssel zu holen

2. wegsturen (verzenden):

wegsturen

wegschicken

wegsturen

fortschicken

wegsturen

abschicken

een brief wegsturen

einen Brief abschicken

3. wegsturen (ontslag geven):

wegsturen

entlassen

wegsturen

kündigen

het kabinet wegsturen

das Kabinett nach Hause schicken