Dutch » German

Translations for „Möwen“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

Show summary of all matches

bou·wen: verb
hou·wen: verb
jou·wen: verb
mau·wen: verb
vou·wen: verb
rou·wen: verb
hu·wen: verb
du·wen: verb
lu·wen: verb

You are viewing results spelled similarly: rouwen , vouwen , mauwen , jouwen , houwen , bouwen , luwen , duwen and huwen

bou·wen¹ <bouwde, h. gebouwd> [bɑuwə(n)] VB trans

bouwen (construeren)

bauen

bouwen (construeren)

erstellen form

bouwen (groot bouwwerk)

bouwen taalk.

bouwen taalk.

een feestje bouwen

eine Fete steigen lassen inf

ik ben een huis aan het bouwen

ich baue mir ein Haus

hypothesen bouwen fig

Hypothesen aufstellen

een theorie op iets bouwen

eine Theorie auf etw acc gründen

een tunnel onder een rivier bouwen

einen Fluss untertunneln

van steen bouwen

aus Stein bauen

hij wil gaan bouwen

hou·wen <hieuw/houwde, h. gehouwen> [hɑuwə(n)] VB trans

hauen

jou·wen <jouwde, h. gejouwd> [jɑuwə(n)] VB intr

buhen

mau·wen <mauwde, h. gemauwd> [mɑuwə(n)] VB intr

vou·wen¹ <vouwde, h. gevouwen> [vɑuwə(n)] VB trans (vouwen leggen)

de handen vouwen ook fig

die Hände falten

rou·wen <rouwde, h. gerouwd> [rɑuwə(n)] VB intr

om iem rouwen

rouwen over iem

dat zal hem rouwen

das wird ihm leidtun

hu·wen¹ <huwde, h. gehuwd> [hywə(n)] VB trans (tot echtgeno(o)t(e) nemen)

ehelichen form veraltet

een man/een vrouw huwen

einen Mann/eine Frau heiraten

du·wen¹ <duwde, h. geduwd> [dywə(n)] VB intr (druk uitoefenen op)

duwen tegen de deur

gegen die Tür stoßen

duw niet zo

drängele nicht so

lu·wen <luwde, i. geluwd> [lywə(n)] VB intr

1. luwen (minder winderig zijn):

2. luwen (bedaren):

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski