German » Dutch

Translations for „ineenvoegen“ in the German » Dutch Dictionary (Go to Dutch » German)

Show summary of all matches

hin·ˈein·le·gen: transitive verb
ˈein·le·gen: transitive verb
ent·ˈge·gen: preposition
ent·ˈle·gen: adjective and adverb

You are viewing results spelled similarly: hineinlegen , entlegen , entgegen and einlegen

hin·ˈein·le·gen VB trans

1. hineinlegen (in etw legen):

hineinlegen

erin [o. naar binnen] leggen

2. hineinlegen (hineindeuten):

hineinlegen

3. hineinlegen inf (hineinlaufen lassen):

hineinlegen

erin laten lopen

ˈein·le·gen VB trans

1. einlegen (hineintun):

den vierten Gang einlegen AUTO

in de vierde versnelling schakelen [o. zetten]

2. einlegen (einfügen):

eine Pause einlegen

een pauze inlassen

einen Sonderzug einlegen

een extratrein inzetten

3. einlegen (einreichen):

(officieel) uitspreken

Berufung einlegen LAW

in appel [o. (hoger) beroep] gaan

Beschwerde einlegen

zijn beklag doen [o. indienen]

Beschwerde einlegen

Protest einlegen

protest aantekenen

4. einlegen FOOD:

5. einlegen (Handwerk: intarsieren):

ein eingelegter Schrank

een kast met inlegwerk

6. einlegen FIN:

Geld in einen Betrieb einlegen

geld in een bedrijf steken

7. einlegen (Haare):

(met behulp van krulspelden) in model brengen

ent·ˈge·gen [ɛntˈgeːgn̩] PREP +dat

1. entgegen (Richtung):

dem Feind entgegen

de vijand tegemoet

2. entgegen (Gegensatz):

tegen

in strijd [o. tegenspraak] met

entgegen meinem Vorschlag

in strijd met mijn voorstel

meinem Vorschlag entgegen

in strijd met mijn voorstel

ent·ˈle·gen [ɛntˈleːgn̩] ADJ

1. entlegen:

(ver) afgelegen

2. entlegen liter:

niet voor de hand liggend

Browse the dictionary

German

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski