German » Dutch

Translations for „verbonds“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

Show summary of all matches

ver·ˈbin·den: transitive verb
ver·ˈbohrt: adjective and adverb
ver·ˈbo·ten: adjective and adverb
ver·ˈbo·cken: transitive verb
ver·ˈbor·gen: adjective and adverb
ver·ˈban·nen: transitive verb
ver·ˈblö·den: intransitive verb

You are viewing results spelled similarly: verbinden , verboten , verbohrt , verblöden , verbannen , verborgen and verbocken

ver·ˈbin·den¹ [fɛɐ̯ˈbɪndn̩] VB trans irreg

1. verbinden (einen Verband anlegen):

2. verbinden (die Augen verbinden):

3. verbinden (falsch binden):

verkeerd binden

4. verbinden CHEM (mit etw binden):

bij het binden gebruiken

5. verbinden TRANSP:

verbinden (zusammenfügen)

verbinden (zusammenfügen)

verbinden (aneinander befestigen)

(aan elkaar) bevestigen

6. verbinden TELEC (weiterleiten):

een verbinding vormen [o. tot stand brengen]

das verbindende Glied

de bindende schakel

7. verbinden:

verbinden (assoziieren)

verbinden (paaren mit)

er verbindet Kraft mit Geschicklichkeit

hij paart kracht aan behendigheid

8. verbinden (verpflichtet sein):

een band scheppen

ich bin Ihnen sehr verbunden

ik ben u veel dank verschuldigd

ver·ˈbohrt [-ˈboːɐ̯t] ADJ pej inf

ver·ˈbo·ten [fɛɐ̯ˈboːtn̩] ADJ inf

sie sieht ja verboten aus

ze ziet er werkelijk onmogelijk uit

ver·ˈbo·cken VB trans inf

ver·ˈbor·gen¹ [fɛɐ̯ˈbɔrgn̩] ADJ

1. verborgen:

2. verborgen:

es war dem Finanzamt nicht verborgen geblieben

het was de fiscus niet ontgaan

etw im Verborgenen tun

iets in het verborgene doen

ver·ˈban·nen [fɛɐ̯ˈbanən] VB trans (ausmerzen, ins Exil schicken)

jdn auf eine Insel verbannen

iem naar een eiland verbannen

ver·ˈblö·den¹ [fɛɐ̯ˈbløːdn̩] VB intr

1. verblöden inf (abgestumpft sein):

afgestompt raken

2. verblöden veraltet:

dom [o. zwakzinnig] worden

Browse the dictionary

German

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski