Translations for „Barons“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

ba·ro·nes <barones|sen> [baronɛs] N f

1. barones:

barones (dame met baronnentitel)

Baronin f

barones (Duitse barones)

Freifrau f

mevrouw de barones (aanspreektitel)

Frau Baronin

2. barones:

barones (gemalin, dochter van een baron)

Baronesse f

barones (dochter van een baron ook)

Freifräulein nt

barones (dochter van een baron ook)

Freiin f

ba·ron <baron|nen> [barɔn] N m

1. baron:

baron (adellijk persoon)

Baron m

baron (Duitse baron)

Freiherr m

mijnheer de baron (aanspreektitel)

Herr Baron

2. baron (in sammenstelling):

baron

-baron m

baron

-magnat m

brons [brɔns] N nt geen pl

brons

Bronze f

ba·rok¹ [barɔk] N nt of m of f geen pl

barok

Barock m nt nt

vroege en late barok

Früh- und Spätbarock nt

ba·ren <baarde, h. gebaard> [barə(n)] VB trans

1. baren (ter wereld brengen):

baren

gebären

kinderen baren

Kinder gebären

2. baren (veroorzaken):

baren

bereiten

baren

erregen

dit baart mij kommer

das macht [o. bereitet] mir Kummer

opzien baren

Aufsehen erregen

bar·kas <barkas|sen> [bɑrkɑs] N f

barkas

Barkasse f

ba·lans <balans|en> [balɑns] N f

1. balans (weegwerktuig):

balans

Balkenwaage f

2. balans (evenwicht):

balans

Gleichgewicht nt

balans

Balance f

iets in balans houden

etw im Gleichgewicht halten

uit balans raken

aus der Balance kommen

uit balans raken

das Gleichgewicht verlieren

3. balans econ.:

balans

Bilanz f

een geflatteerde balans

eine frisierte Bilanz

de jaarlijkse balans

die Jahresbilanz

de balans opmaken

die Bilanz aufstellen

de balans opmaken fig

Bilanz ziehen

de balans sluit niet

die Bilanz stimmt nicht

de balans met verliessaldo

der Verlustabschluss

de balans met winstsaldo

der Gewinnabschluss

sa·rong <sarong|s> [sarɔŋ] N m

sarong

Sarong m