Dutch » German

Translations for „Daseins“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

Show summary of all matches

ge·peins: noun
Ro·meins: adjective and adverb
dans: noun
dan·sen: verb
daar·in: adverb
da·ling: noun
dag·reis: noun
dan·cing

You are viewing results spelled similarly: dancing , dagreis , daling , daarin , dansen , dans , Romeins and gepeins

ge·peins [ɣəpɛins] N nt geen pl

Sinnen nt

hij zat in gepeins verzonken

gedankenversunken saß er da

Ro·meins [romɛins] ADJ

1. Romeins (van Rome, de Romeinen):

Römer-

2. Romeins (rooms-katholiek):

römisch-katholisch

dans <dans|en> [dɑns] N m

dans

Tanz m

een dans doen

einen Tanz tanzen

mag ik deze dans van u?

darf ich Sie um diesen Tanz bitten?

iem ten dans vragen

jdn zum Tanz auffordern

de dans ontspringen (gevaar)

mit knapper Not davonkommen

de dans ontspringen (verplichting)

darum herumkommen

dan·sen¹ <danste, h. gedanst> [dɑnsə(n)] VB trans

daar·in [darɪn] ADV

1. daarin:

daarin (plaats)

darin

daarin (richting)

doe de boter dáárin!

tu die Butter dahinein!

daarin kun je alles inpakken

da kannst du alles hineinpacken

2. daarin (een zaak):

darin

da·ling <daling|en> [dalɪŋ] N f

1. daling:

de daling van de prijs (het naar beneden gaan)

der Preisrückgang

de daling van de prijs (sterk)

de plotselinge daling van de temperatuur

der Temperatursturz

de daling van een vliegtuig

de daling van de zeespiegel

das Sinken des Meeresspiegels

2. daling (helling):

Gefälle nt

3. daling (baisse):

Abnahme f

een daling van 5 %

ein Rückgang um 5 %

dag·reis <dag|reizen> [dɑxrɛis] N f

dan·cing [dɛnsɪŋ]

dancing [[o. dɑnsɪŋ]] dancing|s N m:

Dancing nt

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski