Translations for „Douvikas“ in the Dutch » German Dictionary

broei·kas <broeikas|sen> [brujkɑs] N f

broeikas

Gewächshaus nt

broeikas

Treibhaus nt

kruk·as <krukas|sen> [krʏkɑs] N f

krukas

Kurbelwelle f

borst·kas <borstkas|sen> [bɔrstkɑs] N f

1. borstkas (geraamte van de borst):

borstkas

Brustkorb m

borstkas inf

Brustkasten m

2. borstkas (holte daarbinnen):

borstkas

Brusthöhle f

bou·vier <bouvier|s> [buvje] N m

bouvier

Bouvier m

hou·vast <houvast|en> [hɑuvɑst] N nt

1. houvast ook fig:

houvast (iets waaraan men zich vast kan houden)

Halt m a. fig

houvast (basis voor optreden)

Handhabe f

houvast (aanknopingspunt)

Anhaltspunkt m

houvast bieden ook fig

einen Halt bieten a. fig

geen houvast hebben aan fig

keinen Halt haben an +dat fig

zijn houvast verliezen fig

den Halt verlieren fig

2. houvast (balkhaak):

houvast

Klammer f