Dutch » German

Translations for „aanvaarden“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

aan·vaar·den <aanvaardde, h. aanvaard> [anvardə(n)] VB trans

1. aanvaarden (accepteren):

aanvaarden

2. aanvaarden (beginnen te doen):

aanvaarden
de thuisreis aanvaarden

3. aanvaarden (op zich nemen):

aanvaarden

4. aanvaarden (in ontvangst, gebruik nemen):

aanvaarden
het huis is dadelijk te aanvaarden
een erfenis aanvaarden
excuses aanvaarden

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski