Dutch » German
You are viewing results spelled similarly: ankerketting , hijsketting , halsketting , bezetting , afzetting , parelketting , bedelketting , ambtstermijn , ambtsgeheim , sneeuwketting , ambtelijk , ambtswege , ambtseed and ambtsaanvaarding

hals·ket·ting <halsketting|en> [hɑlskɛtɪŋ] N f

hijs·ket·ting <hijsketting|en> [hɛɪskɛtɪŋ] N f

an·ker·ket·ting <ankerketting|en> [ɑŋkərkɛtɪŋ] N f

ambts·ge·heim <ambtsgeheim|en> [ɑmtsxəhɛim] N nt

ambts·ter·mijn <ambtstermijn|en> [ɑmtstɛrmɛin] N m

be·del·ket·ting <bedelketting|en> N f

pa·rel·ket·ting N f

parelketting → parelsnoer

See also parelsnoer

pa·rel·snoer <parelsnoer|en> [parəlsnur] N nt

af·zet·ting <afzetting|en> [ɑfsɛtɪŋ] N f

1. afzetting (amputatie):

afzetting
Amputation f

2. afzetting (ontslag):

afzetting
Absetzung f

3. afzetting (het neerslaan; bezinksel):

afzetting
Ablagerung f

be·zet·ting <bezetting|en> [bəzɛtɪŋ] N f

1. bezetting (het bezetten, bezet zijn):

bezetting
Besetzung f
bezetting
Belegung f
bezetting
Besetztsein nt
bezetting
Belegtsein nt

2. bezetting (een gebied, troepen):

bezetting
Besatzung f

3. bezetting (manschappen):

bezetting
Besatzung f

sneeuw·ket·ting <sneeuwketting|en> [snewkɛtɪŋ] N f

ambts·aan·vaar·ding [ɑmtsanvardɪŋ] N f geen pl

ambts·eed <ambts|eden> [ɑm(t)set] N m

ambts·we·ge [ɑmtsweɣə] ADV

amb·te·lijk [ɑmtələk] ADJ

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Browse the dictionaries
Most popular