Translations for „haling“ in the Dutch » German Dictionary

da·ling <daling|en> [dalɪŋ] N f

1. daling:

de daling van de prijs (het naar beneden gaan)

der Preisrückgang

de daling van de prijs (sterk)

der Preissturz

de plotselinge daling van de temperatuur

der Temperatursturz

de daling van een vliegtuig

der Sinkflug

de daling van de zeespiegel

das Sinken des Meeresspiegels

2. daling (helling):

daling

Gefälle nt

3. daling (baisse):

daling

Rückgang m

daling

Abnahme f

een daling van 5 %

ein Rückgang um 5 %

ma·ling [malɪŋ] N f geen pl

maling

Ausmahlung f

koffie in grove maling

grob gemahlener Kaffee

maling aan iets/iem hebben

auf etw/jdn pfeifen inf

iem in de maling nemen

jdn zum Besten haben

iem in de maling nemen

jdn foppen

pa·ling <paling|en> [palɪŋ] N m

paling

Aal m

gerookte paling

Räucheraal

ha·ring <haring|en> [harɪŋ] N m

1. haring (vis):

haring

Hering m

als haring in een ton

wie die Heringe

groene haring

grüner Hering

ik zal er haring of kuit van hebben

ich will wissen, woran ich bin

nieuwe haring

Matjeshering m

zoute haring

Salzhering m

2. haring (tenten):

haring

Hering m

he·ling [helɪŋ] N f geen pl

1. heling (het genezen):

heling

Heilung f

2. heling (gestolen goed):

heling

Hehlerei f