Dutch » German

mond·hoek <mondhoek|en> [mɔnthuk] N m

on·der·zoe·ken <onderzocht, h. onderzocht> [ɔndərzukə(n)] VB trans

1. onderzoeken (nauwkeurig nazien):

4. onderzoeken med.:

op·zoe·ken <zocht op, h. opgezocht> [ɔpsukə(n)] VB trans

2. opzoeken (trachten te ontmoeten):

3. opzoeken (bezoeken):

mond·stuk <mondstuk|ken> [mɔntstʏk] N nt

mond·dood [mɔndot] ADJ

mon·de·ling1 [mɔndəlɪŋ] N nt geen pl

mond·je·vol [mɔncəvɔl] N nt geen pl

mond·kap·je <mondkapje|s> [mɔntkɑpjə] N nt

af·zoe·ken <zocht af, h. afgezocht> [ɑfsukə(n)] VB trans

be·zoe·ken <bezocht, h. bezocht> [bəzukə(n)] VB trans


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski