Dutch » German

Translations for „nidel“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

Show summary of all matches

bui·del: noun
mid·del: noun
nik·kel: noun
nip·pel: noun
fie·del: noun
on·edel: adjective and adverb
rie·del: noun

You are viewing results spelled similarly: riedel , onedel , fiedel , nippel , nikkel , middel and buidel

bui·del <buidel|s> [bœydəl] N m

Beutel m

mid·del <middel|en> [mɪdəl] N nt

1. middel (taille):

Taille f

iem bij [o. om ] het middel pakken

jdn um die Taille fassen

die jurk is te nauw om het middel

das Kleid ist zu eng in der Taille

2. middel (hulpmiddel):

Mittel nt

alle middelen aanwenden

alle Mittel einsetzen

middelen van bestaan

Erwerbsmittel nt

desinfecterend middel

Desinfektionsmittel nt

door middel van

mittels +gen

door middel van

durch +acc

3. middel (geneesmiddel):

Mittel nt

kalmerend middel

Beruhigungsmittel nt

verdovende middelen

Betäubungsmittel nt

verdovende middelen (drugs)

Drogen pl

verdovende middelen (drugs)

het middel is soms erger dan de kwaal prov

das (Heil)mittel ist oft schlimmer als die Krankheit

4. middel (geld, bezit) pl:

Mittel pl

Gelder pl

gefinancierd uit algemene middelen

aus öffentlichen Mitteln finanziert

uit eigen middelen financieren

aus privaten Mitteln finanzieren

's lands middelen

die Staatsgelder pl

liquide middelen

flüssige Mittel pl

zonder middelen

5. middel jur. (rechtsmiddel):

Rechtsmittel nt

nik·kel [nɪkəl] N nt geen pl scheik.

Nickel nt

nip·pel <nippel|s> [nɪpəl] N m

Nippel m

fie·del <fiedel|s> [fidəl] N m

Fiedel f

Geige f

on·edel [ɔnedəl] ADJ

rie·del <riedel|s> [ridəl] N m

1. riedel (klankenreeks):

(stereotype) Tonfolge f

2. riedel (slagzin):

Phrase f

Sprüche pl

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski