Dutch » German

Translations for „organiseren“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

or·ga·ni·se·ren <organiseerde, h. georganiseerd> [ɔrɣanizerə(n)] VB trans

1. organiseren (regelen):

organiseren
goed kunnen organiseren
een feest/het verzet organiseren
zich organiseren

2. organiseren (op touw zetten):

organiseren
organiseren
een bijeenkomst organiseren

3. organiseren inf (inpikken):

organiseren
organiseren

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski