Translations for „periodischer“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

pe·ri·o·diek² [perijodik] ADJ

periodiek

periodisch

de periodieke onthouding

≈ die Knaus-Ogino-Methode

het periodiek systeem scheik.

das Periodensystem

periodieke uitkeringen

periodische Zahlungen pl

Per·zi·sche <Perzische|n> [pɛrzisə] N f

Perzische feminine form of Pers

See also Pers

Pers <Perzen> [pɛrs] N m

Pers

Perser m

pe·ri·o·de <periode|s, periode|n> [perijodə] N f

periode

Periode f

periode (groter tijdvak)

Zeitraum m

periode (heel groot tijdvak)

Ära f

de klassieke periode

die Klassik

een verschrikkelijke periode

eine schlimme Zeit

me·tho·disch <methodische, methodischer, meest methodisch> [metodis] ADJ

1. methodisch (volgens een methode):

methodisch

methodisch

2. methodisch (ordelijk):

methodisch

planmäßig

methodisch

systematisch

per·so·neels·chef <personeelschef|s> [pɛrsonelʃɛf] N m

personeelschef

Personalchef m

pe·ris·coop <peris|copen> [periskop] N m

periscoop

Periskop nt

oud·mo·disch ADJ

oudmodisch → ouderwets

See also ouderwets

ou·der·wets <ouderwetse, ouderwetser, meest ouderwets> [ɑudərwɛts] ADJ

1. ouderwets pej:

ouderwets (niet meer in gebruik, in de mode)

altmodisch

ouderwets (niet meer in gebruik, in de mode)

altbacken

ouderwets (kleding ook)

unmodern

ouderwetse denkbeelden

altmodische Ideen pl

2. ouderwets (flink):

ouderwets

richtig

een ouderwets pak slaag

eine richtige Tracht Prügel

Per·zisch [pɛrzis] ADJ

Perzisch

persisch

In·di·sche <Indische|n> [ɪndisə] N f

Indische feminine form of Indiër

See also Indiër

In·diër <Indiër|s> [ɪndijər] N m

Indiër

Inder m

Tsja·di·sche <Tsjadische|n> [tʃaːdisə] N f

Tsjadische feminine form of Tsjadiër

See also Tsjadiër

Tsja·diër <Tsjadiër|s> [tʃaːdiər] N m

Tsjadiër

Tschader m

ar·ca·disch [ɑrkadis] ADJ

arcadisch

arkadisch

arcadische poëzie

arkadische Dichtung f

arcadische poëzie

Hirtendichtung f

arcadische poëzie

Schäferdichtung f