Dutch » German

Translations for „toekomen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

toe·ko·men <kwam toe, h./i. toegekomen> [tukomə(n)] VB intr

1. toekomen (toebehoren):

toekomen
toekomen
gehören +dat

2. toekomen (iem, iets bereiken, naderen):

toekomen
aan niets toekomen fig
niet aan rust toekomen fig

3. toekomen (rondkomen):

toekomen

4. toekomen:

toekomen (toezenden)
toekomen (doen toekomen)
toekomen (ambtenarentaal)
we doen u de factuur toekomen

Usage examples with toekomen

niet aan rust toekomen fig
aan niets toekomen fig
omgaand doe ik u toekomen …
we doen u de factuur toekomen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski