Translations for „vergruizelde“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

ver·grui·zen² <vergruisde, i. vergruisd> [vərɣrœyzə(n)] VB intr (tot gruis worden)

vergruizen

zerbröckeln

ge·gij·zel·de <gegijzelde|n> [ɣəɣɛizəldə] N m

gegijzelde

Geisel f

ver·oor·deel·de <veroordeelde|n> [vərordeldə] N m en f

veroordeelde

Verurteilte(r) f(m)

ver·gel·den <vergold, h. vergolden> [vərɣɛldə(n)] VB trans

vergelden

vergelten

kwaad met kwaad vergelden

Böses mit Bösem vergelten

ver·grij·zen <vergrijsde, i. vergrijsd> [vərɣrɛizə(n)] VB intr

vergrijzen

vergreisen

vergrijzen (grijze haren krijgen)

ergrauen

een vergrijsde bevolking

eine überalterte Bevölkerung

ver·gren·de·len <vergrendelde, h. vergrendeld> [vərɣrɛndələ(n)] VB trans

vergrendelen

verriegeln

ver·ge·zel·len <vergezelde, h. vergezeld> [vɛrɣəzɛlə(n)] VB trans

1. vergezellen (begeleiden):

vergezellen

begleiten

2. vergezellen (gelijk optreden met):

vergezellen

einhergehen

vergezellen

begleiten

het onweer ging van hevige rukwinden vergezeld

das Gewitter ging mit heftigen Windstößen einher

zijn woorden vergezeld doen gaan van gebaren

seine Worte mit Gebärden begleiten