Dutch » German

ver·ste·ke·ling <verstekeling|en> [vərstekəlɪŋ] N m

ver·sto·te·ling <verstoteling|en> [vərstotəlɪŋ] N m

ver·ste·ke·lin·ge N f

verstekelinge feminine form of verstekeling

See also verstekeling

ver·ste·ke·ling <verstekeling|en> [vərstekəlɪŋ] N m

dienst·re·ge·ling <dienstregeling|en> [dinstreɣəlɪŋ] N f

2. dienstregeling (regeling van dienst):

ver·schop·pe·ling <verschoppeling|en> [vərsxɔpəlɪŋ] N m

ver·sto·te·lin·ge N f

verstotelinge feminine form of verstoteling

See also verstoteling

ver·sto·te·ling <verstoteling|en> [vərstotəlɪŋ] N m

ver·strooi·ing <verstrooiing|en> [vərstrojɪŋ] N f

2. verstrooiing (verspreiding, uiteendrijving):

ver·snel·ling <versnelling|en> [vərsnɛlɪŋ] N f

1. versnelling (het sneller maken, worden):

ver·ster·king <versterking|en> [vərstɛrkɪŋ] N f

1. versterking (het versterken):

2. versterking (middel dat versterkt):

4. versterking (fortificatie):

stren·ge·len <strengelde, h. gestrengeld> [strɛŋələ(n)] VB trans


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski