Dutch » German

don·der·stem <donderstem|men> [dɔndərstɛm] N f

on·der·stel <onderstel|len> [ɔndərstɛl] N nt

2. onderstel hum (onderlijf):

be·vor·de·raar·ster N f

bevorderaarster feminine form of bevorderaar

See also bevorderaar

be·vor·de·raar <bevorderaar|s> [bəvɔrdərar] N m

ui·ter·ste <uiterste|n> [œytərstə] N nt

1. uiterste (het hoogste in zijn soort, het meest uiteenliggende):

Äußerste(s) nt
Extrem nt

2. uiterste (m. b. t. een rangorde, intensiteit):

Äußerste(s) nt
Letzte(s) nt

ach·ter·ste1 <achterste|n> [ɑxtərstə] N nt of m of f (rangorde)

be·vor·de·raar <bevorderaar|s> [bəvɔrdərar] N m

be·vor·de·ring <bevordering|en> [bəvɔrdərɪŋ] N f

moe·der-over·ste <moeder-overste|n> [mudərovərstə] N f

be·vor·de·ren <bevorderde, h. bevorderd> [bəvɔrdərə(n)] VB trans

op·vor·de·ren <vorderde op, h. opgevorderd> [ɔpfɔrdərə(n)] VB trans

in·vor·de·ren <vorderde in, h. ingevorderd> [ɪnvɔrdərə(n)] VB trans

be·vor·der·lijk <bevorderlijke, bevorderlijker, meest bevorderlijk> [bəvɔrdərlək] ADJ

in·vor·der·baar [ɪnvɔrdərbar] ADJ

on·der·stel·len <onderstelde, h. ondersteld> [ɔndərstɛlə(n)] VB trans

1. onderstellen (als hypothese, uitgangspunt aannemen):

2. onderstellen (noodzakelijk aanwezig achten):

on·der·steu·nen <ondersteunde, h. ondersteund> [ɔndərstønə(n)] VB trans

1. ondersteunen (steunen tegen instorten):

2. ondersteunen (vasthouden):

3. ondersteunen (helpen, bijstaan):

4. ondersteunen (een voorstel, verzoek e.d.):


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski