Translations for „anflunkern“ in the German » Dutch Dictionary

ˈflun·kern [ˈflʊŋkɐn] VB intr inf

flunkern

opscheppen

flunkern

snoeven

Ge·ˈflun·ker <Geflunkers> [gəˈflʊŋkɐ] N nt kein pl inf

Geflunker

gesnoef nt

Geflunker

snoeverij(en)

ˈan·feu·ern VB trans

1. anfeuern (anzünden):

anfeuern

aansteken

anfeuern

aanmaken

einen Kessel anfeuern

een ketel op het vuur zetten

2. anfeuern (ermutigen):

anfeuern

aanvuren

anfeuern

aanmoedigen

anfeuern

aansporen

anfeuernde Worte

bezielende woorden

ˈan·fle·hen VB trans

anflehen

(aan)smeken

anflehen

afsmeken

anflehen

bidden

Gott und die Heiligen anflehen

God en de heiligen aanroepen

ˈan·flie·gen² VB trans irreg

1. anfliegen (fliegen nach):

anfliegen

aanvliegen op

anfliegen

vliegen naar

anfliegen

aandoen

Frankfurt anfliegen

Frankfurt aandoen

das Ziel anfliegen

op het doel aanvliegen

2. anfliegen inf fig (überkommen, überfallen):

anfliegen

overvallen

anfliegen

overrompelen

eine Laune flog ihn an

hij kreeg een bevlieging

ˈschlen·kern¹ [ˈʃlɛŋkɐn] VB trans (pendeln lassen)

schlenkern

slingeren

schlenkern

zwaaien

schlenkern

bengelen

schlenkern

schommelen

ˈan·for·dern VB trans

1. anfordern (beantragen):

anfordern

vragen (om)

anfordern

bestellen

anfordern

verzoeken (om)

Ersatzteile anfordern beim [o. vom ] Importeur

onderdelen bij de importeur bestellen

2. anfordern (die Zusendung erbitten):

Unterlagen anfordern

bescheiden [o. documenten] opvragen

ˈfla·ckern [ˈflakɐn] VB intr

flackern

flakkeren

flackern

flikkeren

flackern

opvlammen

ˈglu·ckern [ˈglʊkɐn] VB intr (eine Flüssigkeit betreffend)

gluckern

klokken

gluckern

borrelen

gluckern

klotsen