Translations for „blindgeboren“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈein·ge·bo·ren ADJ

1. eingeboren (einheimisch):

eingeboren

ingeboren

eingeboren

inheems

2. eingeboren liter (angeboren):

eingeboren

ingeboren

eingeboren

aangeboren

ˈan·ge·bo·ren ADJ MED

angeboren

aangeboren

Heiterkeit ist ihm angeboren inf fig

hij heeft van nature een opgewekt karakter

ˈneu·ge·bo·ren ADJ

neugeboren

nieuwgeboren

neugeboren

pasgeboren

sich wie neugeboren fühlen fig

zich als herboren voelen

ge·ˈbo·ren² [gəˈboːrən] VB

geboren pp von gebären

See also gebären

ge·ˈbä·ren <gebar, geboren> [gəˈbɛːrən] VB trans

gebären (zur Welt bringen)

ter wereld brengen

gebären (ein Kind zur Welt bringen)

baren

gebären (ein Kind zur Welt bringen)

bevallen (van)

gebären (ein Kind zur Welt bringen)

voortbrengen

sie hat ihm einen Jungen geboren liter

zij heeft hem een jongen geschonken [o. gebaard]

ˈBlind·gän·ger <Blindgängers, Blindgänger> [-gɛŋɐ] N m

1. Blindgänger MIL:

Blindgänger

blindganger

2. Blindgänger inf (Versager):

Blindgänger

nul

ˈblind·gläu·big ADJ

blindgläubig

blindelings gelovend

ˈBlind·be·wer·bung N f

Blindbewerbung

open sollicitatie

ˈblin·zeln [ˈblɪn͜tsl̩n] VB intr

blinzeln

(met de ogen) knipperen

ˈBlink·zei·chen N nt

Blinkzeichen

lichtsignaal nt