Translations for „drie-twee“ in the German » Dutch Dictionary

ˈdrif·ten [ˈdrɪftn̩] VB intr

driften

(op het water) drijven

ˈdril·len [ˈdrɪlən] VB trans

1. drillen:

drillen

drillen

jdn auf Höchstleistung drillen

iem voor het leveren van een topprestatie drillen [o. trainen]

2. drillen:

drillen

drillen

drillen

boren

3. drillen SPORTS:

drillen

drillen

4. drillen AGR:

drillen

drillen

ˈdrin·gen <drang, gedrungen> [ˈdrɪŋən] VB intr

1. dringen (vordringen, stoßen):

dringen

dringen

dringen

zich een weg banen

2. dringen liter (auf etw bestehen):

dringen

aandringen (op)

dringen

staan op

auf sofortige Zahlung dringen

directe betaling verlangen

sich gedrungen fühlen

zich gedrongen voelen

mit Bitten in jdn dringen

iem met aandrang verzoeken

ˈdrin·nen [ˈdrɪnən] ADV

drinnen

(er)binnen

drinnen und draußen

binnen en buiten

drinnen und draußen fig

in het binnen- en buitenland

ˈDrit·tel <Drittels, Drittel> [ˈdrɪtl̩] N nt [o. nt]

Drittel

derde (deel)

ˈdrit·teln [ˈdrɪtl̩n] VB trans

dritteln

in drieën (ver)delen

ˈdrit·tens [ˈdrɪtn̩s] ADV

drittens

ten derde

ˈdrin·ste·hen VB intr irreg

1. drinstehen inf (verzeichnet sein):

drinstehen

erin staan

2. drinstehen inf:

drinstehen

op de hoogte zijn