Translations for „ratelt“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈra·ten <rät, riet, geraten> [ˈraːtn̩] VB trans

1. raten (als Ratschlag geben):

raten

(aan)raden

raten

raad geven

raten

adviseren

lass dir das geraten sein! inf

dat is je geraden!

sich nicht mehr zu raten wissen

zich geen raad meer weten

wozu rätst du mir?

wat raad je mij aan?

2. raten (erraten, mutmaßen):

raten

raden

raten

gissen [o. raden] naar

hin und her raten

allerlei gissingen maken

ˈrat·tern [ˈratɐn] VB intr

1. rattern (klappern):

rattern

ratelen

rattern

knetteren

rattern

ronken

2. rattern (sich ratternd fortbewegen):

rattern

(voort)ratelen

ˈrät·seln [ˈrɛː͜tsl̩n] VB intr

rätseln

gissen

rätseln

raden

Ent·ˈgelt <Entgelt(e)s, Entgelte> [ˈɛntgɛlt] N nt meist sing

Entgelt

beloning

Entgelt (Bezahlung)

vergoeding

für [o. gegen ] (ein) geringes Entgelt arbeiten

tegen een kleine vergoeding werken

ˈMit·welt N f kein pl

Mitwelt

de medemensen [o. tijdgenoten]