Translations for „solutio“ in the German » Dutch Dictionary

Ab·so·lu·ti·ˈon <Absolution, Absolutionen> [apzoluˈ͜tsi̯oːn] N f REL

Absolution

absolutie

Absolution

vergiffenis

Absolution

kwijtschelding

Re·so·lu·ti·ˈon <Resolution, Resolutionen> [-luˈ͜tsi̯oːn] N f

Resolution

resolutie

Resolution

besluit nt

Evo·lu·ti·ˈon <Evolution, Evolutionen> [evoluˈ͜tsi̯oːn] N f

Evolution

evolutie

so·ˈlid [zoˈʔliːt] ADJ

solid (zuverlässig, fest, fundiert) → solide

See also solide

so·ˈli·de [zoˈliːdə] ADJ

solide

solide

solide

degelijk

solide

betrouwbaar

solide

stevig

solide gearbeitet sein

degelijk gemaakt [o. afgewerkt] zijn

ˈblu·tig [ˈbluːtɪç] ADJ

blutig

bloedig

blutig

bebloed

jdn blutig schlagen

iem tot bloedens toe slaan

ein blutiger Anfänger

een groentje

blutiger Ernst

bittere ernst

ˈso·lo [ˈzoːlo] ADJ MUS

solo

solo

solo a. inf

alleen

ˈsons·tig [ˈzɔnstɪç] ADJ

sonstig (anderweitig)

ander

sonstig (anderweitig)

overig

sonstig (weitere(s))

verder

sonstig (weitere(s))

voor het overige

sein sonstiges Benehmen war gut

voor de rest [o. voor het overige] was zijn gedrag goed

die Rubrik ‘Sonstiges’

de rubriek ‘Varia’ [o. ‘Allerlei’] [o. ‘Diversen’]

ˈFo·lio <Folios, Folien[o. Folios] > [ˈfoːli̯o] N nt

Folio

folio